InfoPeru.com EnglishEspañolNederlandsFrançais
18/04/2024 commentaren   Mail ons   Sitemap   WieWat

 

De Spaanse verovering

deel 2

 

Een overzicht:

I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
IX
X
XI
XII
een woordje van inleiding
een mythe in de Nieuwe Wereld
eerste contact met de Incagemeenschap
van jaloezie tot burgeroorlog
de conquistadores op weg naar Cajamarca
een gewaagde uitnodiging
de stoet der vergissing
een bloedige ommekeer
gevangen door overmoed
een eindeloze machtshonger
een roemloos einde
de laatste restanten van glorie

 

Francisco Pizarro

IV   van jaloezie tot burgeroorlog

Wat was er gebeurd in die drie jaar? Toen het rijk in 1524 op het hoogtepunt van hun macht stond, deden er zich geruchten de ronde over drijvende burchten en met metaal geklede mannen met haar op hun kin. De in die jaren heersende Inca, Huayna Capac had zijn ondergang toen voorspeld. De leiders van het rijk hadden geen goed gevoel over deze vreemdelingen. Twee jaar na deze eerste ontmoeting stierf de Inca, vermoedelijk door pokken, een Europese ziekte door de Spanjaarden meegebracht. Het onbekende epidemie had toen al heel wat slachtoffers gemaakt. Echter was ook de wettige erfgenaam van de troon gestorven aan de vreemde ziekte. Onenigheid over de troonopvolging was het gevolg. Meestal werd de oudste meest wijze zoon gekozen van de Inca en zijn vrouw de Ccoya, zijn zuster. De edelmannen in Cuzco kozen Huascar als de nieuwe Sapa Inca, de enige Inca.

Atahualpa verbleef in QuitoEen groot deel van het hof bevond zich niet meer in Cuzco, maar in Quito die eerder door zijn vader was veroverd en gekozen had de laatste jaren van zijn leven daar te slijten. Quito was als een tweede hoofdstad geworden. Maar het leger, gestationeerd in Quito, gaf de voorkeur aan de broer van Huascar, Atahualpa om als de nieuwe Sapa Inca te regeren (zie foto rechts). Atahualpa had vele malen zijn vader op het slagveld begeleid en grote overwinningen behaald. Atahualpa bleef in Quito en negeerde de uitnodiging van zijn broer om naar Cuzco te komen om hem te eren. In de plaats stuurde hij iedere keer geschenken en gezanten naar zijn broer. Hij vreesde dat vrienden van Huascar hem zouden vermoorden bij het verlaten van Quito.

Atahualpa wiens naam 'Kalkoense haan' betekent (een vogel hoog in aanzien), was desalniettemin enorm gevreesd door allen die in zijn buurt kwamen. Hij besliste over leven en dood en kon genadeloos optreden. Zelfs de edelmannen trilden op hun benen als Atahualpa hen bij zich riep uit angst hem niet te behagen. Maar de Sapa Inca bleef Huascar.

Tot op een dag Huascar van zijn broer eiste dat hij zijn eer zou getuigen als de Sapa Inca, stuurde Atahualpa terug gezanten en geschenken. Huascar nam, mede onder druk gezet zijn hovelingen, de gezanten gevangen, folterde ze en liet ze ter dood brengen. Op de koop toe stuurde hij een troepenmacht naar Quito om zijn broer als gevangene naar Cuzco te brengen. Atahualpa werd woedend en pakte de wapens op. Tihuantinsuyu, al zwaar getroffen door het pokkenepidemie, stortte zich in een bloedige burgeroorlog waarbij geen krijgsgevangen werden gemaakt.

Bij de eerste veldslagen haalde de troepenmacht van Huascar de overwinning waarbij ze zelfs Atahualpa gevangen namen. Deze kon echter ontkomen en omringde zich opnieuw met het goed geoefende leger uit Quito. De nieuwe veldslagen werden deze keer overwonnen door Atahualpa. Huascar stuurde een tweede troepenmacht met minder getrainde soldaten. Na een veldslag van een paar dagen werd deze reeds verslagen. Nu lagen de poorten open voor Atahualpa om wraak te nemen. Zijn leger zette koers naar Cuzco om op zijn beurt Huascar gevangen te nemen.

Onderweg moesten ze wat verliezen incasseren door hinderlagen, gelegd door de mannen van Huascar, maar toen bedacht Atahualpa een hinderlaag in een kloof. Met gemak werd het leger van Huascar in het nauw gedreven en kon men de Sapa Inca gevangen nemen. Zijn leger werd weggejaagd en Atahualpa, zette koers richting Cuzco om de macht over te nemen. Hij kende geen genade. Huascar's vrouwen werden voor zijn ogen een voor een vermoord, samen met zijn edelvrienden en adviseurs, die geboeid en met de keel gesneden werden achtergelaten langs de wegen die uit Cuzco leiden. Een waarschuwing voor eenieder die de macht van de nieuwe Sapa Inca durfde in twijfel trekken. Huascar werd opgesloten in het fort Jauja.


V   de conquistadores op weg naar Cajamarca

Toen Pizarro met zijn 160 zwaar bewapende soldaten terug toekwamen in Tumbes en ze de chaos aanschouwden, werden de manschappen ontmoedigd door het gebeurde. Ook Tumbes had zwaar te leiden onder het pokkenepidemie en de burgeroorlog. Met Pizarro was ook Almagro, een vriend die de twee eerdere expedities vergezelde. Van de 160 avonturiers waren er 67 ruiters en een uitgebreid wapenarsenaal, waaronder lansen, pieken, kruisbogen, musketten en artillerie ter beschikking gesteld door Karel V. Pizarro was een van de enigen die inzag dat de situatie niet hopeloos was maar in tegendeel in het voordeel van de Spanjaarden speelden. Men heeft zich vijf maanden opgehouden in de buurt van Tumbes. Voedsel haalden ze deels door koninklijke opslagplaatsen te plunderen. Intussen liet Pizarro zich goed inlichten. Hij kwam te weten dat de nieuwe Sapa Inca zich bevond in Cajamarca op 14 reisdagen van de kust. Het hele gezelschap vertrok richting binnenland waarbij ook de twee Indiaanse tolken die hij enkele jaren eerder gevangen nam.

Onderweg bewonderden de Spanjaarden de werken van de Inca's. Hoe dieper in het binnenland, hoe onherbergzamer de streek werd. Toch waren de wegen goed aangelegd en onderhouden. Men moest bruggen oversteken, gemaakt uit ichu-gras, ravijnen passeren waar de ruiters van hun paarden moesten om die te begeleiden. De kleinste misstap zou fataal zijn. Kort na het begin van deze bijna hopeloze onderneming, maakten al negen soldaten rechtsomkeer, maar de rest zette de tocht naar het absolute onbekende voort. Men was voorts onder de indruk van het wegennet, geplaveid en aan weerszijden voorzien van bomen die voor schaduw zorgen in het broeierige laagland. Een artificieel stroompje volgde de weg, zodat reizigers steeds over water beschikten. Een van de Spanjaarden merkte later op : "Dergelijke schitterende wegen vindt men nergens in de christelijke beschaving in onherbergzaam gebied als dit."

Intussen had Atahualpa zich gestationeerd in Cajamarca, geliefd bij de Inca's voor zijn weldadige warmwaterbronnen, die je overigens nog steeds kan benutten. Boodschappers kwamen met het bericht dat de behaarde mannen op hun drijvende forten terug waren en op weg waren naar Cajamarca om de Sapa Inca te ontmoeten. Daarop stuurde hij enkele afgezanten op de Spanjaarden af met de uitnodiging hem te komen bezoeken. Immers, een kleine 200 man konden hem onmogelijk bedreigen. Hier begint het meesterlijke inzicht van de ongeletterde Pizarro duidelijk te worden. De afgezanten werden door de Spanjaarden zo ontvangen en ingelicht, dat toen die terug bij Atahualpa kwamen beweerden dat de vreemdelingen geen krijgers zijn en dat 200 Inca-krijgers voldoende zou zijn hen te verslaan. Pizarro had de afgezanten namelijk met open armen ontvangen, geschenken aangeboden en gepraat over vrede. Hierdoor werden de Spanjaarden verder met rust gelaten en konden ze zonder enige weerstand hun tocht verder zetten.


VI   een gewaagde uitnodiging

De hoogte van het traject door het Andesgebergte eiste zijn tol bij het moreel van de Spanjaarden. Gebukt onder hun zware harnassen en wapens en snakkend naar adem in de ijle berglucht zetten ze hun hachelijke tocht verder. Af en toe kwamen ze stenen forten tegen. Tot hun opluchting waren die keer op keer verlaten, dit hadden ze aan de pas afgelopen burgeroorlog te danken. Eindelijk en tot opluchting van allen kwam met op 15 november aan in het dal van Cajamarca. Hun vreugde was echter van korte duur. Op de bergruggen waren zoveel Inca-soldaten opgesteld dat Pizarro en zijn mannen vervuld raakten van verwarring en angst. Men kon echter niet op zijn stappen terugkeren. Bij het kleinste teken van zwakte zouden de krijgers hen hebben aangevallen.

Pizarro leidde zijn mannen naar het grootste plein in Cajamarca, omgeven door drie lange gebouwen met meerdere deuren. Hij stuurde een groep ruiters naar het paleis onder leiding van Hernande de Soto om Atahualpa eer te betuigen en een uitnodiging van Pizarro over te brengen. Langs de rijen Inca-krijgers reden de ruiters richting koninklijke residentie met enerzijds een onverschrokken houding, maar hun geest vervult met spanning. Op het binnenplein van het paleis stond een bassin waarin door twee pijpen koud en warm water vloeiden. Daar zat de Inca op een gouden kruk, omgeven door zijn vele vrouwen en zijn hoofdmannen.

het huidige Cajamarcahet huidige Cajamarca
Een zenuwoorlog tussen beide partijen kon beginnen. De Soto wist hoe veel de Inca's onder de indruk waren van de paarden die ze bereden. Zijzelf kenden geen dieren groter dan de lama's die geen groter last kunnen dragen dan een 40-tal kilo's. Hij galoppeerde recht op Atahualpa af en bracht zijn hengst net voor de Sapa Inca tot stilstand. Schuim drupte neer op de kledij van de Inca, maar die vertrok geen spier van zijn gezicht zoals een moedig krijger het betaamt. De volgelingen van de Soto vertoonden dezelfde onverschrokkenheid. Wie durfde angst te tonen zou later door Pizarro zwaar gestraft worden, met zijn leven.

Na een lange en gespannen stilte begon de Sapa Inca de vreemdelingen via de tolken toe te spreken. Hij laakte het plunderen van zijn koninklijke opslagplaatsen en het slecht behandelen van enkele van zijn hoofdmannen. De Spanjaarden op hun beurt pochten over hun militaire kracht waarbij "één paard genoeg is om het hele rijk te veroveren". Eerder hadden ze aan de kust slag geleverd met Indianen. Ze zeiden dat ze vochten als vrouwen. De Spanjaarden waren zo slim om hun militaire steun aan Atahualpa aan te bieden. Zodoende stemde de Sapa Inca in op een uitnodiging om hun hoofdman Pizarro te ontmoeten de dag nadien, een schromelijke vergissing zou zal later blijken.

Deze nacht zal voor de Spanjaarden de "langste nacht" zijn van hun onderneming. Nu was er geen weg terug en op de heuvelruggen rond het plein waren zoveel vuren te zien van de Inca-krijgers, dat het leek op de sterrenhemel.

Ga naar deel 3

 


 
©2024 InfoPeru
Best 1024 x 768
Top | Steden | Machu Picchu | Inti Ramyi | Inca Trail | Inca's | E-mail | Sitemap | WieWat
Sinds 12/08/2005
12793 keer bezocht
Help Verstuur een commentaar:
Uw naam   
Uw email   
Commentaar
Anti Spam ( Voer deze anti spam code in )
                       

Pagina gemaakt in 0.03 seconden