InfoPeru.com EnglishEspañolNederlandsFrançais
19/04/2024 commentaren   Mail ons   Sitemap   WieWat

 

De Spaanse verovering

deel 4

 

Een overzicht:

I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
IX
X
XI
XII
een woordje van inleiding
een mythe in de Nieuwe Wereld
eerste contact met de Incagemeenschap
van jaloezie tot burgeroorlog
de conquistadores op weg naar Cajamarca
een gewaagde uitnodiging
de stoet der vergissing
een bloedige ommekeer
gevangen door overmoed
een eindeloze machtshonger
een roemloos einde
de laatste restanten van glorie

 

Francisco Pizarro

X   een eindeloze machtshonger

Pizarro die luisterde naar het voorstel dacht dat Atahualpa gek was geworden. Maar na enkele dagen bleek dat het menens was en het voorstel werd vastgelegd op papier. Daarop werd het goud en zilver door lama's aangevoerd. Vazen, gouden bekers, 700 gouden platen uit de tempels van Cuzco, afgodsbeelden, gouden vogels, lama's, replica's van fonteinen, enz. Een getuige verklaard dat ook een 200-tal vrachten goud, gedragen door vier dragers, toekwamen. Eén vracht moest zelfs door twaalf man ondersteund worden. De Spanjaarden konden hun ogen niet geloven vroegen zich af wat er nog zo allemaal te rapen valt in hun hoofdstad, waar ze tot dan toe nog niet geweest waren. In plaats van Atahualpa vrij te laten, hielden ze hem gevangen in de hoop nog meer goud van hem te krijgen.

een van de weinige overgebleven artefactenDe Sapa Inca in spe begreep dat hij, hoewel hij woord hield, zijn eigen doodvonnis had getekend. Wederom had hij de vreemdelingen onderschat. Hij kon nooit weten dat hun goudhonger zo groot was. Geweven textiel heeft voor de Inca's meer waarde, gezien het aantal uren werk dat daarin kruipt. Hij vreesde ook dat zijn gevangen broer, die nog steeds gevangen zat, het in zijn hoofd zou halen een nog groter losgeld aan te bieden in ruil voor zijn vrijheid en gaf een geheim bevel om hem, zijn vrouw en moeder te vermoorden, wat kort daarop gebeurde.

een zilveren llama, een afgodsbeeldjePizarro en zijn mannen hadden in totaal 5.000 kg goud en 9.700 kg zilver in hun bezit. Er werd afgesproken dat allen dit goud gingen delen onder de Spanjaarden die deel maakten aan de in gevangen name van Atahualpa. Daar alles wat werd buitgemaakt terwijl Atahualpa nog in leven was gezien werd als een deel van het losgeld rees er een probleem. Nieuwkomers, aangetrokken door de verhalen van bergen goud hadden zich bij de reeds aanwezige Spanjaarden vergezeld. Deze kregen slechts een fractie van al het goud. Ze smeedden een plan en verspreidden het gerucht dat het leger van Atahualpa zich voorbereidde op een aanval op de numeriek zwakke Spanjaarden, om zo later te kunnen delen in de toekomstige buit. Dit wekte angst in de harten van Pizarro's mannen en er werd beslist hem te vermoorden. Atahualpa was er zich bewust van dat er een komplot werd gesmeed tegen hem en begon zich op de dood voor te bereiden en op het onsterfelijk worden. De voorwaarde daartoe is het inbalsemen zoals met al zijn voorvaders gebeurde.

Pizarro, die aanvankelijk niet wilde dat er overhaaste beslissingen werden genomen, stemde uiteindelijk toe om zich van Atahualpa te ontdoen. In een geïmproviseerde raad die een rechtbank voorstelde, werd beslist dat Atahualpa door verbranding ter dood zou worden gebracht. Toen men hem dit meedeelde, werd hij overmand door verdriet. Verbranding zou immers betekenen dat zijn lichaam niet meer kan gemummificeerd worden waardoor een eeuwig leven volgens de gebruiken van de Inca's niet meer mogelijk is. Op de brandstapel vastgebonden probeerde een priester hem nog te bekeren. Hij begreep dat in geval van bekeren hij door wurging ter dood zou worden gebracht, wat het vooralsnog mogelijk maakte gemummificeerd te worden. Hij bekeerde zich en werd gedoopt en daarop gewurgd. Als laatste daad van verraad hebben de Spanjaarden zijn lijk en kledij gedeeltelijk in brand gestoken. Daarna hebben ze hem begraven op de christelijke methode met zoveel pracht en praal "alsof het een van de belangrijkste Spanjaarden ging", zei een van de conquistadores later.


XI   een roemloos einde

Pizarro besefte het voordeel van het in handen hebben van een leider en besliste Manco Inca die in Cuzco verbleef gevangen te nemen. Hij was nog een levende zoon van Huayna Capac en dus de zoon van Huascar die hij had gesteund tijdens de oorlog tegen hun broer Atahualpa. Manco was geliefd bij het volk en Pizarro kon er op rekenen dat het volk wel zijn wil zou volgen. De Inca's namen echter geen risico en toen de Spanjaarden Cuzco naderden waren alle rijkdommen reeds uit Cuzco weggevoerd. Ook hun grootste bezit, de gemummificeerde voorvaderen, waren veilig verstopt.

het fort Sacsahuaman waar de laatste strijd werd gevoerdBij hun intrede in Cuzco, werden de Spanjaarden verwelkomd als de beschermers van het Inca-bewind. Toen de Inca's naburige volkeren overmeesterden, mochten de leiders hun titel en waardigheid behouden, op voorwaarde dat ze instemmen met gehoorzaamheid aan de Inca-gouverneur in hun gebied. Pizarro toonde echter geen enkel respect voor om het even welke Inca-gewoonte. Op de koop toe verliet Pizarro Cuzco om aan de kust een nieuwe hoofdstad te stichtten : Lima. Gonzalo en Juan, twee broers van Pizarro, kregen het bevel over Cuzco. Ze behandelden Manco met het minste respect.

Toen het aan Manco's oren kwam hoe weinig respect de Spanjaarden wel hebben en over de vele wreedheden die zich door hun toedoen overal in het rijk plaatsvonden, weigerde hij nog alle verdere medewerking. Hij probeerde uit Cuzco te ontsnappen maar werd betrapt en in Cuzco gevangen gezet.

Gonzalo vertrok op missie om wraak te nemen op de moord van enkele van zijn landgenoten (...) kreeg Hernando (nog een broer van die Pizarro) het bewind op zich over Cuzco. Manco zei hem dat hij wou gaan bidden bij een gouden beeld van een van zijn voorvaderen, levensgroot, en dat hij achteraf het beeld aan Hernando zou schenken. Hij geloofde dit en liet Gonzalo vrij. Buiten Cuzco riep hij de nog overblijvende landgenoten op om in opstand te komen en met tienduizenden tegelijk sloten ze zich bij hem aan. Eindelijk hadden de Inca's terug een leider en konden de tegenaanval beginnen. Het nieuwe leger bezette Cuzco. Kort daarop werd Pizarro van het alarmerende nieuws op de hoogte gebracht.

De belegering zou bijna een jaar duren, gedurende welke Cuzco volledig van de buitenwereld werd afgesloten. Een bloedige veldslag van twee weken om de vesting van Sacsahuamán werd door de Spanjaarden gewonnen. De conquistadores werden in het geheim voorzien van voedsel door Indiaanse collaborateurs die eerder al de keizer bedrogen hadden door hun steun toe te zeggen aan de Spanjaarden en vreesden voor hun leven als de Inca's opnieuw mochten de macht in handen krijgen. Bij het arriveren van verse Spaanse troepen viel het beleg uiteen en Manco's leger zag in dat hun laatste kans verspild was en trokken weg.

Velen verloren de wil verder te blijven leven door het ineenstorten van het rijk dat hen eerder verzorgde en beschermde. In nog geen halve eeuw was het inwonerstal van Tihuantinsuyu teruggedreven van naar schatting 7 miljoen tot een kleine 500.000. Degenen die dan ook nog eens de pokkenepidemie overleefden, stierven velen door de dwangarbeid die de Spaanse bezetters hen oplegden bij het versjouwen van lasten van de kuststreek tot de hooglanden of in de zilver- en goudmijnen te werken.


XII   de laatste restanten van glorie

Een klein aantal Inca's zette de strijd verder en trokken verder het oerwoud in waar ze een met een 50.000 tal een nieuwe stad stichtten waar Bingham zo lang achter zocht. Vilcabamba beslaat een oppervlakte van zowat vijf vierkante kilometer. In korte tijd werden daar 300 stenen en 60 monumenten gebouwen gezet. Hieruit werd een guerrilla-oorlog gevoerd tegen de Spaanse voorposten gevoerd en dit zou zo'n 35 jaar duren.

de laatste schuilplaats van de Inca's

Tot in 1572 besloten de Spanjaarden Vilcabamba als laatste overblijfsel van de Inca-macht uit te roeien. De overgebleven Inca's hebben alvorens de Spanjaarden hun verblijfplaats bereikten, alles in brand gestoken en in het regenwoud gevlucht. De conquistadores hebben de achtervolging ingezet. Diep in de jungle viel uiteindelijk de laatste Sapa Inca, Tupac Amaru, in hun handen. In Cuzco werd hij door een onevenwichtig schijnproces onthoofd, zodat ook de Inca-dynastie voorgoed verdween.

Vilcabamba, gelegen in de jungle die te tempels en huizen volledig overwoekerd, wordt enkel nog na de ontdekking van Hiram Bingham in 1911 bezocht door archeologen. Zijn probeerde de laatste dagen van de laatste Inca te reconstrueren, maar het regenwoud geeft haar geheimen niet prijs, zodat deze laatste overblijfselen verzwolgen zijn in een wereld van stilzwijgendheid. Geen wonder dat de boeren uit de buurt Vilcabamba de Espíritu Pampa of "vlakte ver geesten" noemen.

De Spanjaarden die hielden zich intussen bezig met het ontwijden van de vele Zonnetempels en de paleizen. Bijna al het gevonden goud verdween in de smeltovens en werden grotendeels naar het Spaanse land gevoerd. De weinige overgebleven gouden en zilveren kunstvoorwerpen werden ten toon gespreid in Sevilla. Toen de Spaanse koning Karel V in geldnood kwam te zitten als gevolg van de vele oorlogen die Spanje voerde, werden deze edele voorwerpen eveneens gesmolten tot nietszeggende goudstaven.

Hiram Bingham enkele uren voor de ontdekking van Machu Picchu
De amerikaanse ontdekkingsreiziger professor Hiram Bingham

 


 
©2024 InfoPeru
Best 1024 x 768
Top | Steden | Machu Picchu | Inti Ramyi | Inca Trail | Inca's | E-mail | Sitemap | WieWat
Sinds 12/08/2005
13748 keer bezocht
Help Verstuur een commentaar:
Uw naam   
Uw email   
Commentaar
Anti Spam ( Voer deze anti spam code in )
                       

Pagina gemaakt in 0.07 seconden